In de marge van het nieuwjaarsconcert 2016
10 Jan 2016
In de marge van het Nieuwjaarsconcert 2016
Once upon a wintertime
In eigen rangen werd met genoegen een zucht van verlichting geslaagd na het aankondigen van het voornemen om nog eens voor 2016 traditiegetrouw een goed degelijk Nieuwjaarsconcert in mekaar te timmeren. Het was immers een tijd geleden, want allerlei ‘herinneringen aan’, en’ herdenkingen van’ en dies meer hadden de vorige jaren meer geleid tot themaconcerten. Geen kwaad woord daarover. Maar een mens blijft een mens die ook wel wat aan gewoontes houdt en daar dan ook verwachtingen over heeft.
Een vereniging als Zanglust kan en moet daar aan tegemoet komen. Dat is zowat een soort ‘plicht’ geworden ten aanzien van de Tieltenaren en van een groeiend aantal belangstellenden uit de brede regio, waar dergelijke activiteit niet of niet meer bestaat. In Tielt wel dus. Men heeft het altijd gedaan en dus wil men dat het verder blijft doorgaan. Wat enkel maar bewijst dat Zanglust niet aan zijn doel voorbij schiet en bijdraagt tot de culturele ontwikkeling die zich in de stad en de regio dient voor te doen.
Maar daarvoor zijn middelen nodig en wel van allerlei aard. Op de eerste plaats moet men over mensen beschikken die zich daarvoor kunnen en willen inzetten. Maar er zijn ook een pak materiële voorwaarden waarvoor een dergelijke vereniging staat, en een uitdaging zijn. Punt is dat men zich ‘in de straat’ niet echt bewust is wat daar kan mee gepaard gaan. Het neemt niet weg dat het publiek keer op keer tevreden is, en ja, het moet gezegd : “men keert tevreden terug” …meestal totaal onbewust wat voor een gigantische onderneming het is om een concert te organiseren.
Neem nu een doorsnee dankbare concertganger in het publiek. Die man gaat in zijn – soms gemakkelijke – zetel in de schouwburg zitten en wacht tot er een activiteit aan de gang gaat. Want daarvoor is hij gekomen en heeft hij betaald. Om te kijken, te luisteren, en daar plezier en soms echte “leute” mee te hebben. Wanneer dan voor hem de groep verschijnt, geeft hij er zich geen rekenschap van wat het gekost heeft aan denkwerk en energie om dit programma fatsoenlijk op zijn pootjes krijgen. Maar hij beleeft er een speciaal gevoel van voldoening aan, en net daarvoor ook doen we dat . De trouwe aanwezigheid van deze luisteraars is een belangrijke stimulans om een dergelijk groots opzet te realiseren. We moesten het publiek dus erg dankbaar zijn voor de belangrijke rol die ze bij het tot stand komen van een dergelijk concert te spelen heeft.
Het publiek komt er wel naar luisteren en kijken, maar het verschijnt pas als alles reeds op zijn plaats staat en ligt, en de praktische organisatie al voltooid is. En daarvoor zijn ook wel heel wat mensen voor nodig geweest.
In 2016 had men nu wel de pech voor de volle honderd procent. Op de valreep wordt de concertzaal, waar we ‘thuis’ zijn, en waar we vertrouwd zijn met alles, onverhoeds gesloten voor alle activiteit. Men kan dan wel uitwijken, bijvoorbeeld naar een kerk die zo’n manifestatie wil inschakelen in zijn planning, om de goede zaak te helpen dienen. Maar een hoop voor de hand liggende accessoires zijn niet als vanzelfsprekend bereikbaar.
Er is al onmiddellijk een belangrijke item dat cruciaal is en zeer efficiënt moet uitgebouwd worden, want het is niet zo evident aanwezig als in de schouwburgzaal. De verlichting is namelijk van bijzonder groot belang, vooral omdat het geheel van de uitvoerende medewerkers vanuit de zaal duidelijk zichtbaar moet gemaakt worden. Maar tegelijk, en, niet minder belangrijk, dienen de uitvoerders genoeg aan verlichting te krijgen om ongehinderd hun deel aan de uitvoering met succes uit te voeren. Een goede en liefst professionele technische begeleiding is dus van primordiaal belang. En dus moesten ook op dat vlak de handen flink uit de mouwen gestoken worden. Een flinke klus, vooral vóór maar ook ná het evenement. Zwaar werk dus !
Een kerk is een kerk. En daar moest dan nog een “zaal” van gemaakt worden. De technische ploeg zag het voor mogelijk om driehonderd stoelen ter beschikking van het publiek te stellen. Netjes op een rij… Maar ook om ze na het tweede concert, tijdens de receptie nota bene, terug in te laden, en ze – zondagavond of niet – en – receptie of niet – terug naar hun eigen plaats te brengen. En dan nog even de aandacht richten op de opstelling. Het koor kon genieten van een fraaie opstelling op een gradueel stijgend podium. Ook dat is een hele tijd voordien, met veel mensen en veel mankracht, verhuisd en opgesteld. We moeten dankbaar zijn voor wie hier tijd en moeite voor uittrok om mee te helpen.
En dus, na veel heen- en weer geloop zullen de muzikanten hun kunsten kunnen laten zien en horen aan twee maal driehonderd gegadigden die zich hiervoor aanmeldden.
Vriendelijk als Zanglust altijd is, wilde men ondanks de praktische ongemakken toch niet afzien van de beloofde receptie en het napraten zoals het meestal traditiegetrouw een paar uren na het concert gebeurt. Maar waar is hier ergens de “bar” ? … Er moet wel degelijk enthousiasme en motivatie geweest zijn om dit te realiseren, want ook dat element, eventjes buiten het muzikale om, heeft meer dan verwacht zijn beslag gekregen. Het blijkt minstens even belangrijk te zijn als het muzikale aspect, voor zover dit dan op het goede niveau uitgevoerd wordt. Er werden klaarblijkelijk flink wat bereidwillige “barmeiden” gerekruteerd uit de leden die met de glimlach en met een gepast ‘schortje’ de bediening wilden waarnemen. Om nog de barmannen niet te vergeten ! in vergelijking met de vroegere bar-activiteiten na de concerten werd ook nu geen nood geleden aan natjes en droogjes.
Je moet het maar voor mekaar krijgen ! Een kerk ombouwen tot concertzaal, met belichting en al, en een school omtoveren tot kleedkamers en bar. En dan te bedenken dat dit allemaal weer tot zijn ware oorspronkelijke gedaante moest terug gebracht worden in de tijdspanne van een paar uren, terwijl de enthousiastelingen uit het publiek gezellig een “après-concert” aan het houden zijn.
Daarvoor is niet alleen veel energie nodig, maar vooral goede wil en inzet, en motivatie om het voor het publiek aangenaam te maken.
Om dit allemaal volledig in de goede banen te leiden, en te houden, heb je écht wel een “Henk” nodig ! Chapeau daarvoor !
Als medewerker onthouden we deze keer enkele opmerkelijke momenten. We denken daarbij aan de zoektocht in de doolhof van gangen en plaatsen achter en rond wat voor ons het ‘podium’ moest zijn. Vooral de zondag, toen de zalen bezet waren, was het kamperen voor het orkest met kisten en bagage van zelfs groter formaat, in smalle gangetjes waar menig vioolkist aan het kantelen ging en menig vrouwelijk orkestlid onder de bidbanken moest duiken om de handtas terug te vinden. Maar we overleefden het met enthousiasme. We hebben al wel eens meer met eerder krappe behuizingen moeten kampen. Deze bijzaken worden dan snel in de achtergrond geschoven na een puike en lovenswaardige muzikale prestatie. Want daarvoor heeft ieder orkestlid wel wat kleine ongemakken over.
Het wat paniekerig gevoel na het vernemen van het onbeschikbaar zijn van de schouwburgzaal heeft dus weinig of geen impact gehad op de muzikale prestaties van ons Nieuwjaarsconcert 2016. Maar daarvoor zijn in de eerste plaats de dirigenten verantwoordelijk. Leen Van Hee kweet zich meer dan behoorlijk van haar taak in de twee hemels mooie liederen van Elgar. En Bart … Ja, Bart is dan toch wel iemand apart ! Ik vraag me dan soms af of hij de nacht voordien wel rustig zou geslapen hebben… Maar daar zijn nog nooit signalen van geweest. Van “energie’” gesproken … Daaraan twijfelt al lang niemand meer !
Paul Van de Wiele
januari 2016